Is iemands culturele achtergrond van invloed op de communicatie?
In de trainingen interculturele communicatie krijg ik heel vaak de vraag of om ‘handvatten’. ‘Wat zijn dingen die ik moet weten bij iemand met een islamitische achtergrond’, ‘wat is belangrijk om te weten over de cultuur van mensen uit…’, et cetera.
Vanuit het idee dat wij ons dan als een kameleon aan kunnen passen aan de ander, of de ander aan ons!
Vragen die komen van zowel betaalde als onbetaalde medewerkers, van deelnemers die met individuele cliëntcontacten werken als van leidinggevenden die een ‘divers’ team aan moeten sturen.
Mijn ‘standaard’ antwoord is altijd dat je niet spreekt met een cultuur maar met een persoon. Een persoon die beïnvloed kan worden door zijn of haar cultuur. Maar dat hoeft niet zo te zijn.
Om te kunnen onderkennen óf cultuur een rol speelt is het goed te weten waar je dan aan zou kunnen denken.
Cultuur
Aan de vraag of cultuurverschillen een rol kunnen spelen gaat een vraag vooraf, namelijk ‘wat is cultuur eigenlijk, bestaat er bijvoorbeeld zoiets als ‘een Nederlandse cultuur’?
Een cultuur wordt gevormd door de heersende normen en waarden, dezen worden beïnvloed door de praktijk van alle dag.
Waarden zijn ideeën in de samenleving over wat nastrevenswaardig is. Waarden zijn vaak diep verankerd, zij kunnen zeker veranderen maar dit gaat in de regel niet van de ene op de andere dag.
Normen zijn de regels / wetten / afspraken die zorgen dat de waarden nageleefd worden.
Zo is de norm bijvoorbeeld dat je even wacht met instappen tot de mensen die trein of bus verlaten uitgestapt zijn. De waarde die hieraan ten grondslag liggen zijn respect voor anderen en geduld.
De wet is dat jongens en meisjes leerplichtig zijn, de waarde die hieronder ligt is dat jongens en meisjes gelijk zijn.
Maar wacht iedereen ook echt met instappen tot iedereen is uitgestapt? En vindt iedereen ook écht dat jongens en meisjes gelijk zijn en dat een opleiding en carrière maken voor een meisje even belangrijk is als voor een jongen?
Hier komt ook het idee uit voort dat ‘de Nederlandse cultuur’ niet bestaat. Iedereen geeft daar immers zijn eigen invulling aan…
Wel vervelend voor de nieuwkomers / asielzoekers / vluchtelingen die geacht worden te integreren, in te burgeren, zich aan te passen aan de Nederlandse cultuur… Want waaraan dan als die Nederlandse cultuur niet bestaat?
Cultuur wordt gevormd door individuen. Het individu echter, bestaat uit meer dan alleen zijn of haar culturele achtergrond. Alleen al het feit dat er zoveel waarde wordt gehecht aan ‘aanpassing’ en ‘inburgering’ laat zien dat er toch wel ‘iets gemeenschappelijks’ moet zijn!
Mogelijke cultuurverschillen
Voor het bespreken van mogelijke cultuurverschillen maak ik in mijn trainingen altijd graag gebruik van de theorie van Hofstede zoals die beschreven staat in ‘Allemaal andersdenkenden – omgaan met cultuurverschillen’ (2010 – Geert Hofstede / Gert Jan Hofstede / Michael Minkov)
De auteurs komen op basis van een wereldwijd onderzoek tot zes dimensies waarop culturen in hoofdlijnen van elkaar kunnen verschillen. Waarbij overigens wordt benadrukt dat wat gezegd wordt voor inwoners van een heel land niet per definitie hoeft te gelden voor individuen uit dat land. En dat dus opgepast moet worden voor generalisaties!
Hieronder volgt een beschrijving van zes dimensies. Bij deze beschrijving worden slechts de uitersten genoemd, in het boek worden ook de tussenliggende nuances benoemd.
1. Machtafstand versus gelijkheid
Gaat over de manier waarop mensen omgaan met macht en gelijkheid. In grote lijnen kun je dit terugzien op drie gebieden;
- De opvoeding; wordt van kinderen respect en gehoorzaamheid verwacht of worden zij gehoord bij het nemen van beslissingen en aangemoedigd hun eigen mening ook te ventileren.
- Het onderwijs; behandelt een kind een leraar met respect en zal hij het niet in zijn hoofd halen de leraar tegen te spreken óf wordt het juist gewaardeerd dat een kind vragen stelt, eigen initiatief toont.
- De werkvloer; wordt een werknemer geacht datgene wat hij opgedragen krijgt zonder meer uit te voeren óf wordt het op prijs gesteld als een werknemer eigen initiatief toont. Vragen stelt, ideeën oppert, bedenkt dat iets wellicht efficiënter kan, etc.
2. Individualisme versus collectivisme
Gaat over de mate waarin de individuele ontplooiing en het eigen belang centraal staan tegenover de mate waarin het groepsbelang prevaleert.
Bijvoorbeeld: Wanneer een jongere uit een familie van kleine zelfstandigen komt is het dan vanzelfsprekend dat hij later de zaak overneemt óf mag hij uiteindelijk toch kiezen voor de opleiding voor maatschappelijk werker. Ook al had zijn familie dat liever anders gezien.
3. Masculiniteit versus feminiteit
Dit gaat over het sociaal wenselijk gedrag van mannen en vrouwen.
- Een samenleving is volgens de auteurs masculien als sociale sekserollen duidelijk gescheiden zijn; mannen worden geacht assertief en hard te zijn en gericht op materieel succes; vrouwen behoren bescheiden en teder te zijn en vooral gericht op de kwaliteit van het bestaan. Een samenleving is feminien als sociale sekserollen elkaar overlappen; zowel mannen als vrouwen worden geacht bescheiden en teder te zijn en gericht op de kwaliteit van het bestaan. Voor zowel mannen als vrouwen uit een masculiene samenleving is het soms erg moeilijk te begrijpen én te accepteren dat vrouwen met kinderen in een uitkeringssituatie geacht worden te werken.
4. Onzekerheidsvermijding
Dit is de mate waarin ‘dragers van een cultuur’ zich bedreigd voelen door onzekere of onbekende situaties.Onzekerheidsvermijding is niet hetzelfde als risicovermijding.
- Risicovermijding heeft te maken met het zoveel mogelijk beheersbaar maken van mogelijke/bekende risico’s. Consequenties die voortvloeien uit keuzes worden voor lief genomen want zijn ingecalculeerd. Onzekerheidsvermijding heeft te maken met angst voor het onbekende. Het gaat hierbij niet om het minimaliseren van risico’s maar om het minimaliseren van onduidelijkheid. Landen met een sterke onzekerheidsvermijding hechten aan regels, richtlijnen, duidelijke procedures en gezagsverhoudingen. Dit zie je terug in allerlei levensterreinen; in het gezin, onderwijs, op de werkvloer, in de politiek en in religie en in de manier waarop men naar ‘vreemdelingen’ kijkt (Als verrijking voor een samenleving of als iets onbekends/een bedreiging).
5. De mate van lange termijn gerichtheid
Deze dimensie zegt iets over de gerichtheid van een samenleving; is deze gericht op de korte of de lange termijn. Korte termijngerichtheid wordt beschreven als ‘staande voor het nastreven van deugden die verband houden het verleden en het heden, in het bijzonder respect voor traditie, het bewaren van je ‘gezicht’ en het nakomen van sociale verplichtingen.’ Lange termijn gerichtheid als ‘het nastreven van deugden die in de toekomst beloond zullen worden, met name doorzettingsvermogen en spaarzaamheid.’ In het werk kun je deze dimensie bijvoorbeeld tegenkomen in de manier waarop iemand naar zijn toekomst kijkt;
- Is hij gericht op het hier en nu, wil zo snel mogelijk aan het werk en is bereid alles te accepteren omdat hij bijvoorbeeld wil voldoen aan sociale verplichtingen óf kijkt iemand meer naar de mogelijkheden op langere termijn.
6. Hedonisme versus Soberheid:
In deze laatste onlangs toegevoegde dimensie staat hedonisme voor een samenleving waar men gelukkig en vrolijk is, waar men wil en mag genieten.
Soberheid kenmerkt een samenleving die dit gevoel onderdrukt en waar strikte sociale normen belangrijk zijn.
Omgaan met verschillen
Het is goed je te realiseren dat communicatie vaak vanzelf gaat maar lang niet altijd. Tussen mensen die elkaar goed kennen kunnen al misverstanden ontstaan doordat iets anders wordt opgevat dan het eigenlijk bedoeld was.
Hoe groter de afstand in taal en cultuur, hoe groter de kans op miscommunicatie!
De volgende aandachtspunten kunnen behulpzaam zijn bij het omgaan met cultuurverschillen:
- Ken je eigen waarden/normen/uitgangspunten. Pas als je die kent kun je zien waar het verschil zit….
- Probeer de waarden/normen/uitgangspunten van de ander te achterhalen. Dit kun je bijvoorbeeld doen door het ‘domweg’ te vragen aan degene die tegenover je zit. Hij/zij kan daar tenslotte het beste iets over zeggen! Als je dat lastig vindt kun je proberen ‘deskundigen’ te raadplegen. Realiseer je ook dat niet alles te maken hoeft te hebben met cultuur……soms zijn het ook gewoon iemands ‘eigenaardigheden’….
- Tenslotte kan het de moeite lonen om te relativeren, niet te oordelen en te respecteren!
Relativeren; hoe erg is het dat iemand mij geen hand geeft? Is dat een blijk van disrespect? Of toont iemand op een andere manier zijn respect?
Niet oordelen; voor degene tegenover mij is het geven van een hand misschien wel net zo onbeleefd als het voor mij is om dat niet te doen…….
Respecteren; hier gaat het over respect voor de ander én voor jezelf. Het respecteren van de waarden/normen/uitgangspunten van de ander wil niet zeggen dat je die van jezelf onder de mat hoeft te vegen! Juist het bespreken hiervan, vanuit wederzijds respect, kan leiden tot contact en meer begrip.
En écht contact hebben met de ander en meer begrip voor elkaar leidt bijna per definitie tot een fijner gesprek!