Hoe belangrijk is een draaiboek?
Een draaiboek is belangrijk, het zorgt voor houvast voor de trainer en de deelnemers. Maar het kan ook belemmerend gaan werken als je je zo vast houdt aan het draaiboek dat je vergeet dat er ook nog een groep mensen tegen over je zit. Een goed draaiboek vertelt je een aantal dingen. Bijvoorbeeld voor wie de training bedoeld is, hoe de training is opgebouwd en waar je in je voorbereiding rekening mee moet houden. Of je een training nu vaker geeft of één keer per jaar; het is heel fijn als je niet iedere keer opnieuw het wiel hoeft uit te vinden.
Wat staat er in een draaiboek?
Als je een training gaat maken wil je weten waar de vraag vandaan komt, van wie de vraag afkomstig is, wat het beoogde doel of effect moet zijn en hoeveel tijd er voor de training beschikbaar is.
Voor je verder gaat is het goed je eerst af te vragen of een training het best aansluit bij de wens. Misschien is er wel behoefte aan informatie, veel meer dan aan training.
Als er inderdaad een trainingswens is, dan kun je op grond van de informatie aan de slag gaan. Je bedenkt welke theorieën aan sluiten, vervolgens kies je daar de methodieken bij. Als het goed is heb je dan helder wat de rode lijn in je training is en kun je aan de gang gaan met het uitwerken van het draaiboek in verschillende onderdelen.
Het uitwerken van de onderdelen kun je vaak het best in ‘blokken’ doen. Bij ieder blok geef je aan wat je daarin wilt behandelen of oefenen en hoeveel tijd je ervoor beschikbaar hebt. In de uitwerking zorg je voor afwisseling tussen presentaties, reflectieoefeningen, groeps- en individuele opdrachten. Omdat je op deze manier verschillende leerstijlen aanspreekt blijft de training boeiend en interessant voor alle deelnemers.
Per onderdeel kun je aangeven wat je doel daarbij is, welke werkvorm je kiest, wat voor materiaal je daarbij nodig hebt en hoe je het uit gaat voeren. Op een voorblad in je draaiboek kun je de vereiste randvoorwaarden, de rode lijn van je training, benodigde materialen én het overzicht van het gehele programma nog eens weergeven.
Op deze manier kun je voorafgaand aan de training in één oogopslag zien wat je vooraf moet regelen. Daarbij kun je bijvoorbeeld denken aan de ruimte en eventuele sub-ruimtes, een beamer, laptop, stiften, maar ook aan iets als een huiswerkopdracht of een acteur.
Een goed draaiboek; succes verzekerd?
Als je dit allemaal goed hebt uitgedacht en voorbereid zou je denken dat er weinig meer mis kan gaan; je volgt je draaiboek en de training wordt een succes!
Toch is dit niet helemaal zo…..een goed begin is het halve werk, dat is zeker waar. Maar er is dus ook nog een andere helft. En die helft wordt bepaald door de deelnemers, de trainer én de interactie tussen deelnemers en trainer.
Hoe goed je je ook voorbereid hebt, soms blijkt tijdens de training dat het toch niet zo goed aansluit bij de wensen of de praktijk van de deelnemers als dat je gedacht had. En op dat moment kan een draaiboek belemmerend gaan werken.
Belemmerend omdat je vasthoudt aan iets dat voor jou goed werkt en kloppend is, maar voor deelnemers niet.
Om je te kunnen ontwikkelen, om te kunnen leren is er vertrouwen nodig. Vertrouwen in de trainer, de groep en in het programma van de training. Wanneer dat vertrouwen er nog niet of niet meer is, heeft het weinig zin om op de ingeslagen weg door te gaan.
Op dat moment moet je je draaiboek los kunnen laten om te werken met ‘wat er is’ . En om dat te kunnen doen, zul je eerst heel goed moeten luisteren naar de groep. Om op die manier te ontdekken waar de wensen wél liggen en daar verder op in te gaan.
Soms blijkt dan dat je je programma toch weer op kunt pakken, dat het wél aansluit bij de deelnemers. En soms is dat niet zo, dan is het handig als je kunt improviseren.
Improviseren wordt steeds makkelijker naarmate je meer ervaring hebt. Dan kun je putten uit eerdere trainingen, theorie of methodieken die je eerder hebt gebruikt, je kunt combineren en vandaar uit samen met de groep iets creëren.
Luisteren en aansluiten zijn cruciale vaardigheden hierbij. Alleen een rijtje met alternatieve oefeningen hebben is niet voldoende. Dat heeft vooral iets weg van ‘de training zo leuk mogelijk maken’ en er voor zorgen dat je een leuke dag met elkaar hebt. Maar wat je wilt is dat de training die je geeft impact heeft, dat deelnemers het gevoel hebben dat het zie iets oplevert waar ze in de praktijk mee aan de slag kunnen.
Soms lukt dat niet, bijvoorbeeld omdat je niet zo snel in staat bent om te schakelen of omdat het écht niet meer aansluit bij wat is afgesproken met de opdrachtgever. Dat kun je bespreken met je deelnemers. Soms kun je ook beter op zoek gaan naar een andere datum dan door te gaan met iets waar geen animo voor is. Dit geeft je de ruimte om in gesprek te gaan met de opdrachtgever en je programma beter af te stemmen op de groep.
Kortom;
Een goede voorbereiding op een training en het maken van een draaiboek voor die betreffende training levert je heel veel op.
Maar vergeet niet dat de training niet gaat om wat jij hebt voorbereid en uitgedacht, maar om wat de deelnemers er mee kunnen! En daarvoor is het belangrijk dat je je draaiboek niet ‘heilig verklaard’, maar continue blijft checken of wat jij doet / bedacht hebt nog aansluit bij de deelnemers. En als dat niet het geval is; leg je draaiboek dan aan de kant en ga aan de slag met waar de behoeftes liggen!